Opdrachten van week 2
De vragen die wij de eerste week te beantwoorden hadden waren:
- Waarom wordt de Gulden snede een Goddelijke verhouding genoemd?
- Waarom wordt in de Renaissance centraalbouw het ideaaltype voor een kerkgebouw?
Daarnaast moesten wij ook een massamaquette en diverse landschaps schetsen maken.
Vraag 1: Waarom wordt de Gulden snede een Goddelijke verhouding genoemd?
De gulden snede staat ook bekend als de 'goddelijke verhouding', zien we terug in de zadenmotieven van planten, piramiden, gotische kathedralen en het menselijk lichaam.De gulden snede is een universeel symbool voor perfectie en schoonheid.
Architectuur met perfecte verhoudingen is natuurlijk een van de grootste en krachtigste uitdrukkingen van de gulden snede in heilige kunst. De gulden snede is: de verhouding tussen de menselijke geest en Gods heilige geest, die dezelfde is als de verhouding tussen de heilige geest en de goddelijke algeest.
De gulden snede komt ook in het menselijk lichaam voor. de gulden snede geeft de perfecte verhoudingen aan. De perfecte mens met goddelijke schoonheid. Zo werd de gulden snede vaak toegepast in kunst van het menselijk lichaam.
In 1509 heeft Luca Pacioli het boek De Divina Proportione oftewel de goddelijke verhouding gepubliceerd, hierin heeft hij aantal redenen geredeneerd hoe de Gulden snede de goddelijke verhouding heeft.
1 Uniciteit: Pacioli vergelijkt de unieke waarde van de gulden snede in de eenheid van God.
2. Incommensurabiliteit: voor Pacioli is de Gulden snede onvergelijkbaarheid, en de onvergelijkbaarheid van God zijn gelijkwaardig.
Vraag 2: Waarom wordt in de Renaissance centraalbouw het ideaaltype voor een kerkgebouw?
In de renaissance ging men afwijken van de traditionele
Latijnse kruis naar een centraal vorm plattegrond. Aanvankelijk was er
discussie over waar alles nu zou komen te staan. Er wordt beweerd dat
schoonheid voorrang kreeg boven de eisen van de kerk. De religie werd langzaam
vervangen door de autonomie van de mens.
Alberti begint in 1450 met een lofrede van de cirkel. ‘De natuur zelf verkiest deze vorm boven alle
andere’. Alberti dacht dat de echte tempels uit de oudheid ook rond of
polygonaal waren. Zo waren de oude kerken en zo moesten ze weer worden. Hij wou
terug naar de tijd van keizer Constantijn, toen de heidense oudheid samen ging
met het christelijke geloof en de kerk nog maar 1 altaar had. Volgens Alberti
moet een kerk volledig vrij, in het midden van een plein, op een verhoging
staan.
Filarete zei, dat
de cirkel een kalmerend gevoel op het gemoed heeft, want het oog kan de hele
ronding over zien zonder dat het zicht onderbroken of gehinderd wordt.
Francesco di Giorgio, is erg enthousiast over de
centraalbouw. En schets hier een aantal plattegronden. En in al zijn ontwerpen
wordt de integriteit van elke geometrische vorm zorgvuldig bewaard. Ook spreekt
hij over de organische proporties en dat deze overal in het ontwerp moeten
terug komen, zelfs in de ramen en deuren. Dit alles komt uiteraard terug in het
huis van God, dat zijn volmaaktheid waardig moet zijn.
Een discussie punt was het altaar, waar deze altijd zover
mogelijk van de ingang was geplaatst, stond deze nu in eens in het midden. Dit
werd verdedigt door te zeggen dat het centrum nu één en absoluut was en daarom
gelijk aan Hem die alleen waarlijk is. Het sacrament moest in het midden
geplaatst worden, daar waar alle lijnen van het gebouw samenkomen.
Leonardo Da Vinci, was het ook eens dat kerken gebouwd
moesten worden volgens de centraalbouw.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten